Van der Meer & Schoep verhuist in 1959 naar de Industrieweg in de Spaanse Polder. Drie jaar later opent ook de Bakkerij Zuid op een bedrijventerrein aan de Dynamostraat. De afzet groeit verder met de introductie van het King Corn brood halverwege de jaren ’60. Dit eerste merkbrood is langer houdbaar en wordt ondersteund met een uitgekiende campagne. Bovendien zou het geïnspireerd zijn op het ‘Zweedse wittebrood’ uit 1945, waar veel Nederlanders natuurlijk goede herinneringen aan bewaarden.
De locatie Spaanse Polder blijft rond 1975 als enige over. Rond 1980 bestrijkt het bedrijf een verzorgingsgebied van twee miljoen inwoners, waarvan een half miljoen het brood van Van der Meer & Schoep eten. De productie van een bakkerij wordt in ‘balen’ uitgedrukt: het verbruikte bloem in balen van elk 50 kg. Uit een baal worden ongeveer 88 hele broden gebakken. Van der Meer & Schoep haalt in de jaren ’80 een dagproductie van 6.000 balen en is daarmee dan een van de grootste bakkers van Nederland.
Schaalvergroting
De schaalvergroting blijft doorzetten. In de jaren ’60 sluit Van der Meer & Schoep zich al aan bij houdstermaatschappij SITOS, die de centrale directie voert. In 1970 wordt SITOS door Meneba NV overgenomen, dat in 1989 door het Australische Goodman Fielder Wattie wordt gekocht. Daaruit ontstaat op 1 januari 1995 de groep Quality Bakers, die weer in juli 2000 onderdeel wordt van Kamps uit Duitsland. Kamps wordt op zijn beurt in oktober 2002 overgenomen door Barilla uit Italië. De naam ‘Quality Bakers Nederland BV’ wordt per 1 januari 2003 gewijzigd in ‘Kamps Nederland BV’. Inmiddels is de locatie in de Spaanse Polder na een periode als ‘Bakkersland Rotterdam’ onderdeel van Goedhart Borgesius.